Het andere Marokko en onze belevenissen aldaar
Zaterdag 5/1 vertrekken we 's morgens dan toch onder een stralende hemel richting Essaouira. Tegen de middag boeken we in in een prachtig gedecoreerd hotelletje, iedereen klaar om een namiddag te genieten van dit lieflijk stadje. Naar het schijnt diende het ooit als decor voor de film 'Othello' van Orson Welles.
Zelf kruip ik in m'n bed met barstende koppijn, de voorbode van een grote verkoudheid. De eigenaar van het hotel, een oude, wijze Duitser, kunstliefhebber en ex-politicus staat erop zelf voor ons te koken, nu hij hier voor één keer toevallig aanwezig is. 's Avonds heb ik, ondanks de koppijn nog een boeiend gesprek met hem. Hij vindt dat we eigenlijk beter eerst een paar dagen rust zouden nemen in z'n villa in Agadir. Met de berichten over Mauretanië misschien toch niet direct afslaan, zo'n aanbod. We bedenken wel dat de achterliggende drijfveer voor deze generositeit misschien wel iets te maken heeft met het feit dat zijn tuin een grondige beurt nodig heeft, en met z'n tuinaannemer in de buurt...
Het is weekend, we proberen ervan te genieten, maar bij iedereen zindert de ongerustheid over Mauretanië. Zondag trekken we een stuk verder naar het zuiden over een weg die kronkelt tussen de Arganbomen. Onderweg bezoeken we een vrouwencoöperatieve die zich bezig houdt met heb produceren van deze 'wonderolie', weldadig voor het lichaam en geprezen in de keuken. Tegen de middag halen we de fietsen uit de bus en rijden 15 km naar de kust. In een vissersdorpje maak ik samen met de enige bar-restauranthouder vlug een omelet-friet voor iedereen, vissen waren er door het noodweer van de voorbije dagen immers niet. Na 3 km over het strand en een doorsteek door een riviertje kunnen de stalen rossen terug worden beklommen voor een ècht mountainbikeparcours over steenslag, asfalt en dan... is dat überhaupt wel een weg? Een ware beproeving, vooral voor onze bus en onze chauffeur. Peter en ik wachten in het donker en zien hem tot onze grote opluchting eindelijk verschijnen.
We slapen in een jeugdherberg: ik merk enkele blonde goden op (?) De zee ter hoogte van deze plaats blijkt een echt surfparadijs. Geen zin om me hiermee in te laten: we moeten dringend vergaderen over onze verdere reis. Het nieuws over de terrorismedreiging had ons in flarden bereikt, spontaan maakte ik me weinig zorgen, mijns inziens driegt er op het ogenblik meer El Quada-gevaar in Spanje of in Brussel dan op onze route naar het zuiden. Maar ik had me wel voorgenomen nog eens deftig te gaan informeren in Agadir de volgende dag. Onze reisgenoten geven te kennen niet door Mauretanië te willen reizen.
Maandag 07/01: Terwijl Peter en Samson de anderen een aangename dag proberen te bezorgen, trekken Paul en ik naar Agadir waar we in eerste instantie op zoek gaan naar een boot van Marokko naar Dakar. Na een urenlange, maar toch boeiende speurtocht blijkt die onbestaande. Intussen ben ik echter nog geruster in de hele situatie en hak ik de knoop door: Peter, Samson en ik brengen de bus naar Zwart-Afrika, de rest kan binnen enkele dagen het vliegtuig nemen naar Dakar en daar terug aansluiten.
Dinsdag 08/01 staan 8 neuzen klaar richting Mauretanië: die van onze bus, en alle 7 reisgenoten! 's Morgens proberen we onze kapotte frigo te repareren, vervolgens te laten repareren en tenslotte er een nieuwe te kopen.
Alles tevergeefs, en ook jammer, want nu is er ook geen tijd genoeg meer om de fietsen boven te halen op wat nochtans een schitterende fietsroute zou zijn geweest. Vanuit de bus is het gelukkig ook genieten. We komen voor het donker aan in wat Peter de meest desolate camping noemt die hij ooit gezien heeft. Ik heb er twee smakelijke tajines besteld die van 10 km verder worden aangerukt. De flessen wijn die we erbij ontkurken maken het feest compleet. We ontsteken nog een kampvuurtje, maar de meesten kiezen toch nog voor een beschutte slaapplaats in een groezelig gebouwtje. Zelf vind ik het toch tijd om het kamperen eens uit te proberen.
We hadden het allen koud die nacht en 's morgens vertrekken we met de fiets in een druilerige mist richting oase van Tighmert. Blij met een beetje beweging proberen we de palmbomen te ontwaren.
Als we bijna terug in Guelmin zijn geeft de zon haar eerste warmte. We zien een tent met veel mannen .. Thee ! denk ik direct. Voor we het beseffen zitten we tussen een groep 'stakers'. Allé, 't is te zeggen: een groep pas afgestudeerden ijveren voor een systeem die hen kansen biedt op werk en een deftig bestaan. Het enige andere alternatief is zwemmend de dood vinden voor de kust van Tanger. Wie minder blij is met ons bezoek aan deze conversievelingen is de plaatselijke caïd (burgemeester), die al snel onze passen komt opeisen. We trekken ons er niets van aan en luisteren naar het verhaal van deze strijdlustige jongelui. Bij de ruïnes van een versterkte vesting krijgen we van hen ook nog een les geschiedenis.
Nog snel wat boodschappen in Guelmin en we zijn klaar voor de Sahariaanse provincies. Ik had voorzien om wild te kamperen, maar evident zal het toch niet worden. Het is 's nachts vrij koud en onze campingspullen zitten nog altijd vastgebonden op het dak.
Na een algemene beraadslaging komen we terecht bij Samira in Sidi Akhfenouir, dus in plaats van onze eigen boontjes te doppen laten we ons zwaar verwennen.
De volgende ochtend wordt er eindelijk eens tijd gemaakt om alle spullen te rangschikken, een serieus jobke met veel gepuzzel!
's Middags valt het voorziene boottochtje dan ook nog in het water wegens Islamitisch Nieuwjaar... Eén troost: onze eerste zelfgemaakt picknick daar aan de prachtige lagune van Naïla, waar we bovendien ook nog verse vis kunnen kopen.
Nog een stop in Tarfaya, authentiek plaatsje tegenover de Canarische eilanden en een bezoek aan het museum van Saint-Exupéry.
Nu buigt de weg resoluut naar het zuiden...
's Avonds gaan we slapen op de camping 'roi bédouin', juist, uitgebaat door Belgen. En ja, er bestaan nog meer afgelegen campings! Schitterende locatie, een echt kunstwerkje van onze landgenoten. Onder het licht van spaarlampen, aangedreven door zonnepanelen en windenergie, eten we de woestijnversie van konijn met pruimen: kameel met dadels, met als dessert drie soorten kaas van eigen geiten.
Nog even genieten, want morgen staat er volledige dag rijden op het programma.
Zelf kruip ik in m'n bed met barstende koppijn, de voorbode van een grote verkoudheid. De eigenaar van het hotel, een oude, wijze Duitser, kunstliefhebber en ex-politicus staat erop zelf voor ons te koken, nu hij hier voor één keer toevallig aanwezig is. 's Avonds heb ik, ondanks de koppijn nog een boeiend gesprek met hem. Hij vindt dat we eigenlijk beter eerst een paar dagen rust zouden nemen in z'n villa in Agadir. Met de berichten over Mauretanië misschien toch niet direct afslaan, zo'n aanbod. We bedenken wel dat de achterliggende drijfveer voor deze generositeit misschien wel iets te maken heeft met het feit dat zijn tuin een grondige beurt nodig heeft, en met z'n tuinaannemer in de buurt...
Het is weekend, we proberen ervan te genieten, maar bij iedereen zindert de ongerustheid over Mauretanië. Zondag trekken we een stuk verder naar het zuiden over een weg die kronkelt tussen de Arganbomen. Onderweg bezoeken we een vrouwencoöperatieve die zich bezig houdt met heb produceren van deze 'wonderolie', weldadig voor het lichaam en geprezen in de keuken. Tegen de middag halen we de fietsen uit de bus en rijden 15 km naar de kust. In een vissersdorpje maak ik samen met de enige bar-restauranthouder vlug een omelet-friet voor iedereen, vissen waren er door het noodweer van de voorbije dagen immers niet. Na 3 km over het strand en een doorsteek door een riviertje kunnen de stalen rossen terug worden beklommen voor een ècht mountainbikeparcours over steenslag, asfalt en dan... is dat überhaupt wel een weg? Een ware beproeving, vooral voor onze bus en onze chauffeur. Peter en ik wachten in het donker en zien hem tot onze grote opluchting eindelijk verschijnen.
We slapen in een jeugdherberg: ik merk enkele blonde goden op (?) De zee ter hoogte van deze plaats blijkt een echt surfparadijs. Geen zin om me hiermee in te laten: we moeten dringend vergaderen over onze verdere reis. Het nieuws over de terrorismedreiging had ons in flarden bereikt, spontaan maakte ik me weinig zorgen, mijns inziens driegt er op het ogenblik meer El Quada-gevaar in Spanje of in Brussel dan op onze route naar het zuiden. Maar ik had me wel voorgenomen nog eens deftig te gaan informeren in Agadir de volgende dag. Onze reisgenoten geven te kennen niet door Mauretanië te willen reizen.
Maandag 07/01: Terwijl Peter en Samson de anderen een aangename dag proberen te bezorgen, trekken Paul en ik naar Agadir waar we in eerste instantie op zoek gaan naar een boot van Marokko naar Dakar. Na een urenlange, maar toch boeiende speurtocht blijkt die onbestaande. Intussen ben ik echter nog geruster in de hele situatie en hak ik de knoop door: Peter, Samson en ik brengen de bus naar Zwart-Afrika, de rest kan binnen enkele dagen het vliegtuig nemen naar Dakar en daar terug aansluiten.
Dinsdag 08/01 staan 8 neuzen klaar richting Mauretanië: die van onze bus, en alle 7 reisgenoten! 's Morgens proberen we onze kapotte frigo te repareren, vervolgens te laten repareren en tenslotte er een nieuwe te kopen.
Alles tevergeefs, en ook jammer, want nu is er ook geen tijd genoeg meer om de fietsen boven te halen op wat nochtans een schitterende fietsroute zou zijn geweest. Vanuit de bus is het gelukkig ook genieten. We komen voor het donker aan in wat Peter de meest desolate camping noemt die hij ooit gezien heeft. Ik heb er twee smakelijke tajines besteld die van 10 km verder worden aangerukt. De flessen wijn die we erbij ontkurken maken het feest compleet. We ontsteken nog een kampvuurtje, maar de meesten kiezen toch nog voor een beschutte slaapplaats in een groezelig gebouwtje. Zelf vind ik het toch tijd om het kamperen eens uit te proberen.
We hadden het allen koud die nacht en 's morgens vertrekken we met de fiets in een druilerige mist richting oase van Tighmert. Blij met een beetje beweging proberen we de palmbomen te ontwaren.
Als we bijna terug in Guelmin zijn geeft de zon haar eerste warmte. We zien een tent met veel mannen .. Thee ! denk ik direct. Voor we het beseffen zitten we tussen een groep 'stakers'. Allé, 't is te zeggen: een groep pas afgestudeerden ijveren voor een systeem die hen kansen biedt op werk en een deftig bestaan. Het enige andere alternatief is zwemmend de dood vinden voor de kust van Tanger. Wie minder blij is met ons bezoek aan deze conversievelingen is de plaatselijke caïd (burgemeester), die al snel onze passen komt opeisen. We trekken ons er niets van aan en luisteren naar het verhaal van deze strijdlustige jongelui. Bij de ruïnes van een versterkte vesting krijgen we van hen ook nog een les geschiedenis.
Nog snel wat boodschappen in Guelmin en we zijn klaar voor de Sahariaanse provincies. Ik had voorzien om wild te kamperen, maar evident zal het toch niet worden. Het is 's nachts vrij koud en onze campingspullen zitten nog altijd vastgebonden op het dak.
Na een algemene beraadslaging komen we terecht bij Samira in Sidi Akhfenouir, dus in plaats van onze eigen boontjes te doppen laten we ons zwaar verwennen.
De volgende ochtend wordt er eindelijk eens tijd gemaakt om alle spullen te rangschikken, een serieus jobke met veel gepuzzel!
's Middags valt het voorziene boottochtje dan ook nog in het water wegens Islamitisch Nieuwjaar... Eén troost: onze eerste zelfgemaakt picknick daar aan de prachtige lagune van Naïla, waar we bovendien ook nog verse vis kunnen kopen.
Nog een stop in Tarfaya, authentiek plaatsje tegenover de Canarische eilanden en een bezoek aan het museum van Saint-Exupéry.
Nu buigt de weg resoluut naar het zuiden...
's Avonds gaan we slapen op de camping 'roi bédouin', juist, uitgebaat door Belgen. En ja, er bestaan nog meer afgelegen campings! Schitterende locatie, een echt kunstwerkje van onze landgenoten. Onder het licht van spaarlampen, aangedreven door zonnepanelen en windenergie, eten we de woestijnversie van konijn met pruimen: kameel met dadels, met als dessert drie soorten kaas van eigen geiten.
Nog even genieten, want morgen staat er volledige dag rijden op het programma.
1 reacties:
He Tine,
Ik probeer het voor de zekerheid nog even op deze manier.
Mocht je dit lezen, dan kun je me bereiken op Burkina nr. 70545425.
Op het moment ben ik in Bobo, maar ga waarschijnlijk morgen naar Banfora.
Nog gecondoleerd met je schoonvader.
gr
astrid
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage