fietsreis West-Afrika

het recentste staat bovenaan! Om te reageren op een bericht: klik op x reacties en kies dan voor de optie naam/URL (enkel naam in te vullen)

woensdag 20 februari 2008

het land van Samson

Langs de oostzijde van Lake Volta en via de kuststrook in het zuiden aan de zee van Guinea klimmen we terug naar boven in Ghana. De regens hangen dit jaar vroeg in de lucht en het zweet gutst ons van het lijf.

Hij is zelden of nooit slechtgezind, maar hier wordt hij nog vrolijker.
Al van in Marokko heeft hij het over het eten in Ghana, fufu met pindanotensaus, banku met okra in palmolie, plantain, yam en maniok. Voor ons is het eetbaar, voor hem werkelijk de hemel op aarde. Hoe kan het ook anders: moeders keuken.
We zijn in zijn geboorteland. Samson! Wat een geluk heb ik om deze trip met jou te kunnen doen. Je bent een superchauffeur, je zorgt goed voor onze bus, je bent een lieve kerel, iedereen houdt van je! Van mijn nervositeit heb je geen last, maar ja, hoe goed kennen we elkaar immers niet.
Soms doen we zaken, maar in de eerste plaats zijn we vrienden. Die vriendschap ontstond toen we elkaar 10 jaar geleden 3x kruisten en dan maar besloten elkaar te trakteren; wat we daarna samen allemaal meemaakten en ondernamen is te veel om op te noemen, maar wat ben ik blij dat je nu toestemming kreeg van je baas om 3 maanden verlof te nemen en de Afrikareis te maken.
Nu krijg ik ook de kans om dat stuk van jouw leven te zien: je broers en je zoon, het huis dat je aan het bouwen bent.

Kumasi is de hoofdstad van het vroegere Ashanti-rijk, de tweede grootste stad van Ghana. Ik hou wel van de sfeer die er hangt. Hier geen brommers, maar wel files. Toch krijg ik hier niet dat gevoel van chaos, zoals in andere Afrikaanse hoofdsteden. De Ashanti zijn een trots volk, wel vreed geweest voor de andere Ghanese volkeren, slavenhandelaars die samenwerkten met de Portugezen, de Nederlanders en de Britten. Zij waren het ook die de Britten aan de deur zetten, en zij leveren nu ook de meeste presidenten. In andere regio's van het land is dat spijtig genoeg vaak te merken. Het is een typisch Afrikaanse kwaal, stammen die elkaar verwijten maken en soms ook oorlog voeren. Kijk naar Kenia, vorig jaar was ik er nog, een land in ontwikkeling, maar met zoveel ongelijkheid, in de hoofdstad kon je niet voelen dat er iets in de lucht hing, maar in het noorden waar we ook door passeerden, Kenia B genoemd, wel.
Hier is alles voorlopig rustig, vrouwen stallen vreedzaam naast elkaar hun Chinese kitch of hun Afrikaanse 'street food' uit. Hier en daar ook een winkeltje met mooie stoffen. Electronicawinkels bij de vleet. In het internetcafe speelt de muziek luid, toeterende auto's op de achtergrond.
Misschien is het hier dan toch chaotisch, maar ben ik het stilaan gewoon...? Nochtans... kom ik naar hier voor de de eenvoud. Op een of andere manier geeft Afrika mij rust. Ik ben dan wel op vakantie, maar ik weet heel goed wat ik aan frika te danken heb: ze heeft me leren LEVEN.

Het heeft vandaag lang geduurd voor ik echt tot leven kwam, een paar uur beetje verdwaasd en doelloos rondgelopen. Kreeg het nieuws dat Frans, mijn lieve schoonvader, de strijd tegen kanker verloren heeft en gisterenavond overleden is. Ik voel me nu eenzaam hier, verdrietig vooral omdat ik niet bij Dirk en de familie ben. Maar ook trots op mijn Dirk, mijn schoonbroer en schoonzussen, dat ze hun vader zo goed hebben bijgestaan tijdens die laatste zware weken. Dirk zal nu wel snel hier bij mij zijn, dat is ons beider grootste troost, zo merkte ik tijdens ons gesprek van daarstraks.
Afrika zal hem goed doen na deze slopende tijd.

Ook ik had graag afgesloten met wat leuke beelden van onze Ghana-trip tot hier, maar het wil maar niet lukken!

Hier ben ik (Paul) nog 's met wat foto's.

Ik heb nl niet veel zin om veel tekst te schrijven...

Een paar foto's van ons bezoek aan een klein Ghanees dorpje waar we de voorbije nacht onze tenten hebben opgezet.


Sorry mensen, deze computer doet het niet meer! De rest van de foto's zal voor een andere keer zijn met een beter machine!!

woensdag 13 februari 2008

naar Ghana







Ik haal Andrej op van de luchthaven en ondanks een dikke kaak en pijnlijke kiezen maakt hij er direct het beste van. Om drie uur s nachts een welkomstceremonie door Alpha's muziekgroep ondergaan, geen probleem, tot vijf uur pintelieren en daarna tot s morgens wakker liggen van mijn gehoest, geen probleem.

Goed uitgerust dus, vertrekken we zuidwaarts. Het dierenpark ter hoogte van Po laten we voor wat het is, niet overdrijven, de meesten hebben nu al olifanten gezien en in Ghana krijgen we ongetwijfeld nog de kans. We trekken naar Tiebele, een dorp in de streek van de Kassena of Gourounsi, waar de zgn. 'modderarchitectuur' het beste bewaard bleef. Het woord modder slaat op de karaktervolle tekens die worden aangebracht op de muren van de mooie huisjes. Veel van die huisjes zijn vorig jaar echter letterlijk tot modder herschapen tijdens de overstromingen. Dorpelingen onderweg vertellen ons triest het verhaal van hun verlies en het gebrek aan middelen om het terug op te bouwen. Om mn geweten te sussen, bel ik Alpha om te zeggen dat hij als Gourounsi moet komen helpen. Hij belooft me na te denken over een oplossing.

De fietsrit op zich is prachtig, aan beide kanten van de weg hoge oude bomen, mooie huizen links en rechts, knappe mensen met koddige vlechtjes. Een goede pint en de laatste boodschappen in Burkina, daarna naar Ghana.

We eten Djoloffrijst terwijl ik wacht tot de douna klaar is met hun middagpauze. Om half 3 tref ik een douanier aan met een bord eten op zn bureau. Nu komt de kat op de koord, ik heb geen carnet de passage. Ik besluit me geen zorgen te maken en glimlach nr2 op te zetten. Ik krijg zomaar een laissez passer voor 14 dagen en moet niets betalen. Gisteren is echter de kat van de koord gevallen, want heb de hele namiddag doorgebracht onderweg naar, van en bij de douane van Ho om het euvel recht te zetten. Er uiteindelijk nog vrij goedkoop vanaf gekomen. De rit zelf was ondanks het laffe weer hier ook best te doen, ik kon me nog eens uitleven achter het stuur en door wat een landschap! Na al dat stof in het noorden is het goed om overal zoveel groen te zien. Samson was eerst verbaasd over de staat van de wegen in het noorden en nu over het feit dat er zo'n mooie streek bestaat in Ghana.
En de Ghanazen zijn lief, we konden ons niet verstaanbaar maken in de dorpjes waar we de voorbije nachten kampeerden, en dat zorgde soms voor grappige situaties, maar we voelden ons welkom.

Gisterenavond voelde ik me een beetje belaagd, maar dat kwam vooral door het gebrek aan licht denk ik. Bij klaarlichte dag in Hohoe en zonder regelhaast is het hier paradijselijk. Ik zal nu maar snel de anderen gaan zoeken, die deze morgen naar een nog meer paradijselijke plaats zijn gefietst: de watervallen van Wli,
de hoogste waterval aan de hoogste berg van Ghana.

En mijn cameraprobleem, tja, ondanks de vriendelijke hulp van de mensen hier is het toch niet opgelost. Nog enkele dagen geduld voor foto's...

het leven in Burkina



Nadat ik Peter naar de luchthaven heb gebracht, keer ik terug naar het campement waar ik dacht wat tijd te zullen doorbrengen. Alpha wil dat ik een kijkje neem in zijn kast met souvenirs. Ben je gek, het is twee uur snachts, drink liever een biertje met me. Eens gezeten volgt een hele woordenvloed. Je moet wat minder praten denk ik en ik zeg het ook. Hij kijkt me verbaasd aan, ik zeg sorry, ik ben moe en ga slapen.
De volgende dag heb ik last van stofhoestbuien en van de hitte. Ik wil graag ergens naartoe met wat meer frisse lucht. Ik doe m'n algemene organisatie: even praten met Dirk, internet, boekhouding, ompakken, kleren wassen.

OK, ik neem het risico: Alpha, wil je m'n reisgezel zijn voor een paar dagen?
Hij reageert weer verwonderd, ik had hem de hele morgen straal genegeerd, maar ik zie dat hij blij is: hij ziet wel elke dag toeristen, maar even wegtrekken uit de hoofdstad is een onverwachte meevaller. Weer een woordenvloed. Hum, er zullen weinig stille momenten zijn de komende dagen.
Onderweg naar Kaya leer ik dat Alpha griot is: een griot is een kunstenaar, iemand die muziek maakt op huwelijksfeesten, de verhalen kent van 'les ancetres'(de voorouders) en instaat voor de mondelinge overlevering ervan. Griot is geen beroep, je wordt het niet omdat je muzikaal talent hebt of een goed geheugen, het is een gegeven, als je vader het is ben jij het ook: in West-Afrika bestaat er een kastensysteem, maar dan zo dat de kastenlozen vrij zijn en degene die tot een kaste behoren geen keuze hebben. Als je tot een kaste behoort, ga je niet naar school, je leert je beroep en voert het uit. Smid, leerlooier, griot, ...
Ik ben blij een griot te ontmoeten met wie ik kan praten, deze heeft het geluk gehad een buurman-onderwijzer te hebben gehad die hem meesleepte naar school. Tot Thomas Sankara massaal leraars ging ontslaan. Het verbaast me iets slechts over Sankara te horen, de ex-president die vermoord werd omwille van zijn verzet tegen blanke bemoeienissen in het land dat hij Burkina Faso doopte (vroeger Upper Volta), volksheld en ook door West-Afrikaanse intellectuelen op handen gedragen. Alpha runt een atelier waar hij jongens leert houten beelden maken, hij verkoopt de spullen in het hotel, waar hij een deal heeft met de baas. Hij fungeert er als problemsolver, en in ruil mag hij zijn koopwaar uitstallen. Intussen begeleidt hij muzikale jongeren uit de buurt, met wie hij bandjes vormt en is hij DJ.
Bovendien een geweldige prater, filosoof. Ik luister naar de verhalen over zijn verleden en zijn dromen voor de toekomst, wetende dat ik luister naar de stem van mijn Afrikaanse leeftijdsgenoten, hun realiteit en hun hoop.

In Kaya worden we opgepikt door Olivier, we logeren er bij zijn familie. Oli en Alpha hebben elkaar 8 maanden geleden voor het laatst gezien en het is een leuke hereniging. We drinken bier op het terras tot het ochtendgloren. De verhalen zijn echt en ze raken me. Oli, 27 jaar oud, vertelt me over het bedrog dat hij meemaakte als groothandelaar in granen, over de ziekte van zijn zoontje, maar ook over de leuke dingen des levens en over zijn dromen. Ik vertel hem over mijn eerste ervaring met Afrika, hoeveel ontzag ik had voor het geduld, de inzet en creativiteit die hier worden opgebracht om te overleven in deze moeilijke omstandigheden. En hoe dat mij als persoon sterker maakt.

Ryan moet om 8u naar school en maakt me wakker met de vraag of ik hem wil wassen. Ik verbaas me een beetje over zoveel vrijpostigheid tegenover een onbekende blanke, maar dan zie ik dat hij mulat is. Hij is de zoon van de oudste dochter des huizes die in Frankrijk woont met een Fransman. Ryan, 5 jaar, heeft voor zichzelf besloten liever elke avond to (maispap) met gombosaus te eten en in het stof te spelen met zijn neefje dan terug te keren naar Frankrijk, dikke biefstukken en computerspelletjes.
Het wou ook graag bij maman blijven, als ik haar ontmoet, begrijp ik waarom, ik voel direct haar warmte, haar kracht en intelligentie: hard werkende weduwe, 17 kinderen verbleven of verblijven op de koer van het huis, 4 van haarzelf , de rest is familie of zelfs niet. Allen konden of kunnen ze naar school gaan met de opbrengst van haar moestuin, het kweken van varkens, de verkoop van zakjes bissap en ijsjes van pain de singe (sap van de vrucht van de baobab) Er staan wel 5 diepvriezers op de koer, die ochtend wordt het sap gemaakt en in zakjes gedaan. De komende dagen zullen ze langs de weg worden verkocht door de jonge vrouwen op de koer: de vrouw van Olivier en twee andere gaan ze de rest van de week verkopen langs de kant van de weg.









Maman vertrekt met wat ik de pest van Burkina noem: een brommer dus, naar het veld aan de oevers van het meer 20 km verder. Ik wil er naartoe fietsen, maar dat pakt niet bij de mannen. Ik sprokkel een picknick bij elkaar en we huren twee brommers. Voor het eerst in m'n leven rijd ik met zo'n ding en ik moet toegeven dat het eigenlijk wel leuk is. Aan het paradijselijke lac Dem tref ik maman en haar schoonzussen, collectief bewerken ze het land en maken zich sterk tegen te lage prijzen. Wat ze kweken bestond 10 j geleden nog niet in Burkina: verse tomaten, boontjes, wortelen, sla. Bedoeld voor de uitvoer, hier weten ze nog niet goed hoe ze ermee moeten koken, maar gelukkig kan je ook worteltjes uit de hand kopen bij de talloze detailverkopertjes aan elke bushalte en langs de kant van de weg die dan rauw, maar vol vitamienen in de monden van de plaatselijke mensen terecht komen.







Ik ontmoet er ook de prins, klasgenoot van Oli. Een echte prins, zoon van een Mossi-koning. Een andere Afrikaanse realiteit. Ja, hier zijn stammen en koningen en prinsen en dorpshoofden, tradities en gewoontes. Een andere manier van leven en denken. Individueel grondbezit bestaat hier bijvoorbeeld niet. De prins, Mohammed, zal op een dag rijk zijn, maar werkt intussen op het land met de andere boeren, hij mag volgens de traditie niet samenwonen met zijn vader en er niks van krijgen.







Dingen veranderen natuurlijk wel: veel gezinnen hebben een brommer, overal staan GSM-masten, ik zit hier zowaar in een internetcafe. De Ghanese jongen die me in zijn cleane winkeltje met fotogerief laat wachten op zijn vriend die een betere oplossing heeft voor mijn cameraprobleem volgt tussen het bedienen van zijn klanten een les biologie op de schoolTV. Dat maakt me blij, ik kreeg ook een goede herhalingsles, het ging over grondwater.

Een nieuwe Nokia kost 3x minder dan bij ons: vanbuiten ziet hij er hetzelfde uit, maar vanbinnen niet. Als ik 's avonds de I-pod op tafel zet om naar muziek te luisteren verstomt het gesprek. Mijn intelligente vrienden betrappen me op het vervelende gevoel dat me overvalt door te zeggen dat het mijn schuld niet is dat ze arm zijn.

Is het wel een goed idee om hier te koop te lopen met onze luxe en hebbedingen? Of brengen we een nieuwe wind, wat hoop voor de toekomst?
Een bewuste toerist weegt het met elkaar af, maar weet het juiste antwoord niet, zegt en concludeert vaak foute dingen.
En gaat naar huis met een groter gevoel voor rechtvaardigheid, meer respect voor de verwennerij die ons te beurt valt. Misschien gaat hij naar huis met het idee om een project op te starten: een beetje helpen. Ik hou niet van het woord, want alles wat je doet voor een ander wat hij zelf kan doe je tegen hem. Maar hoe kan je die uitspraak hier toepassen? Het blijft me achtervolgen.
In elk geval gebruik ik liever een ander woord: echange (uitwisseling). Maar de vraag hoe dit op de beste manier te bereiken blijft. Ook mijn grote levensvraag. Ik ben hier te graag om Afrika uit mijn agenda te schrappen. Andrej zit met hetzelfde ei. Met mijn Dirk is alles mogelijk.

Alpha en Oli, ik heb van jullie afscheid genomen met pijn in het hart, jullie waren niet mijn gidsen, jullie hebben mij je leven verteld en getoond, ik jullie een stukje van dat van mij, bedankt voor zoveel vriendschap. Jullie pikken de draad weer op, ik reis verder, maar zelfs in Ghana krijg ik nog af en toe een seintje. Fijn, vrienden zijn er voor het leven.

vrijdag 8 februari 2008

Bobo-Dioulasso

Zoals jullie al weten is de reis wat aangepast om "Le Festival de Niger" bij te wonen. Agnes en ik nemen een ticket voor de zaterdag. Heel toffe optredens gezien en gehoord!

Zondag 3 februari

We vertrekken uit Segou (zonder Solange die het volledig festival wil meemaken) richting Burkina Faso. We willen vertrekken om 10 u. maar Samson, de chauffeur, stelt vast dat de bus "in ralenti" stilvalt. Er wordt dus een garage opgezocht. In Afrika is het zelfs 's zondags mogelijk een auto te herstellen. Uiteindelijk kunnen we rond 14u. vertrekken. De grensovergangen naar Burkina verlopen zonder noemenswaardige problemen en we komen rond 21u.30 aan in Bobo-Dioulasso. We slapen in het campement "Casa Africa", een leuke bedoening !




Maandag 4 februari: de "heilige" vissen van Dafra.

Tine vertrekt met Peter naar de bushalte om vandaar naar Ouagadougou te rijden waar Peter het vliegtuig richting België zal nemen. Ze bestellen een taxi maar Peters fiets kan er niet in! Peter en Tine gaan met de taxi en de bus rijdt achter met de fiets van Peter!! Wat 'n situatie.

Wij, dat zijn Jan, Agnes en ik, gaan met de fiets naar Dafra, voor de z.g.heilige vissen. Na heel wat vragen (in Afrika vind je zelden wegwijzers) bereiken we een pad maar op den duur wordt het onmogelijk de weg verder te volgen. Een jongeman met fiets komt 'toevallig' langs en begeleidt ons verder. We komen aan een huisje waar een kip moet gekocht worden om aan de vissen te 'offeren'. Er wordt een kip van 1500 CFA (Afrikaanse frank) uitgekozen. De kippenboer neemt de kip bij de twee poten, en houdt ze zo ondersteboven mee met zijn fiets. (Gaia zou hier nog werk hebben...) Wat verderop moeten we onze fietsen laten staan en te voet verder gaan langs een rotspad naar beneden tot we op een obscure, donkere open ruimte aankomen: de 'heilige plaats' die vol ligt met kippenpluimen!! Er worden hier nogal wat kippen 'geofferd'!! We moeten nu naar een nis die we alleen blootsvoets mogen betreden. O ja, ik moest ondertussen mijn rode T-shirt uit doen want rood is niet toegestaan in de heilige ruimte. Dus loopt daar een halfnaakte Paul mee met Jan naar de nis. Gelukkig had Agnes niets roods aan...Ze wil zich ook niet op blote voeten wagen over die 'kiezige' ondergrond naar de nis. De kip wordt half geslacht in de nis en wordt dan even losgelaten waarna ze 'als een kip zonder kop' rondhost. Aan de manier waarop de kip loopt ziet de 'slachter' dat de goden goed gezind zijn... (Gaia zou hier nog veel werk hebben...) De kip wordt nu volledig geslacht. Er moet echter nog een geldsom 'geofferd' worden van 2000 CFA. Die som wordt onder een steen gelegd en zal door de goden op een of andere manier weggenomen worden! Nu wordt de kip gepluimd en op een vuurtje geroosterd. De ingewanden worden er uitgehaald. (Hopelijk zijn jullie nu niet aan het eten...) Uiteindelijk gaan we nu nog wat lager afdalen en ja hoor, daar zien we een stuk rivier in een nogal donkere ruimte waar grote 'katvissen' rondzwemmen. Het blijken vraatzuchtige wezens want er wordt nogal wat geplonsd in dat water om de ingewanden te bemachtigen die de slachter hen toe smijt. Om de 'show' te besluiten neemt hij de lange darm van de arme kip en slingert die weg en weer over het wateroppervlak waardoor de vissen halvelings uit het water springen om de toe te happen! Er worden uiteraard foto's genomen en gefilmd en achteraf wordt gezegd dat wij ook daarvoor moeten betalen. Terug bij de fietsen moeten we ook daarvoor nog betalen. Enfin, het was voor ons toch een mooie religieuze, commerciële show.
s' Avonds komt Solange ons vervoegen in de 'Casa Africa'

Dinsdag 5 februari

Na het ontbijt trekken we met de fiets naar 'La Guingette' waar we hopen te kunnen zwemmen. Na een tocht van een 18-tal km bereiken we 'La Guingette' waar we echter niet kunnen zwemmen. Een gids neemt ons mee over een stuk uitgedroogde rivier. We komen aan een stuk van de stromende 'Kou' waar we dan uiteindelijk toch mogen zwemmen. Het is er heerlijk warm in een exotisch dekor!! Solange informeert of er daar ook soms koeien in komen baden. De aangesprokene kijkt Solange verwonderd aan en zegt dat er in de 'Kou' enkel vissen en vogels zwemmen. Hij had het woord 'baden' wellicht verkeerd begrepen en dacht misschien dat er in Europa zwemmende koeien zijn of zoiets!! Enfin, na ons geplons van ongeveer een uur komen er toch wel een hele kudde koeien in de rivier zeker!

Woensdag 6 februari

Na het ontbijt verlaten we Bobo-Dioulasso richting Ouagadougou. We komen rond 14u. aan in Boromo waar we hopen olifanten in het wild te zien. We zoeken het campement 'Le Kaicedra' op in de brousse. Na een uur rijden bereiken we het campement maar het wordt volledig gerestaureerd en we mogen er niet blijven. Terug in Boromo vinden we een relatief nieuw campement 'Belba' Een leuk plaatsje.







Donderdag 7 februari

Gisteren hebben we afgesproken dat we om 7u. in het campement 'Le Kaicedra' zouden zijn om met een gids rond te trekken in het natuurpark in de hoop de olifanten te zien. De gids legde er wel de nadruk op dat we slechts 5 procent kans hadden ze te zien. We staan op rond 5u.30 om tegen ongeveer 7u. in 'Le Kaicedra' te zijn. We vertrekken met een gids per fiets en rijden een goed uur rond in het park waar we regelmatig 'olifantendrollen' en -sporen vinden maar niet de producenten hiervan!! Op een bepaald moment rij ik twee platte banden tegelijk. Een poging om ze te herstellen lukt niet. Mijn minipompje blijkt van een bedenkelijke kwaliteit te zijn. De gids krijgt plots een bericht op zijn gsm dat de olifanten in de buurt van het campement zijn. Wat nu gedaan? Solange komt met een uitstekende oplossing voor de dag: ze geeft haar fiets aan mij, de gids neemt mijn fiets al rijdend mee en Solange zelf loopt terug naar het campement!! Iedereen staat in bewondering dat zij in zo'n hitte nog in staat is een paar km te lopen! Als we aankomen in het campement ziet Agnes echter nog net het achterwerk van de laatste olifant in de struiken verdwijnen!! Tedju!! Te laat!! Maar... enkele minuten later verschijnen ze, samen met hun kleintjes, toch ten tonele en geven een mooie show ten beste: ze drinken, besproeien zich enz. Wij behoren dus tot de 5 procent gelukkigen die het schouwspel hebben kunnen bijwonen. En vanwege mezelf: dank je, Solange!!






We rijden nu nog een stuk verder en komen 's avonds aan in het eenvoudig campement naast het meer van de 'heilige krokodilen' in Sabou.

Vrijdag 8 februari

En nu wisselen we de rust van de brousse voor de drukte van de hoofdstad Ouagadougou.

dinsdag 5 februari 2008

Peter, grand frère

'C'est ton mari ou ton grand frère?' kreeg ik dikwijls te horen. Het is altijd handig een echtgenoot bij te hebben op reis in Afrika, dus werd je maar meteen 'mon mari' gebombardeerd, maar natuurlijk was je mijn grote broer.
Voor we vertrokken had ik je gezegd schrik te hebben dat we ruzie zouden krijgen, we hebben zo vaak een verschillende mening over de dingen des levens, maar wat bleek: we waren de beste vrienden ooit. Je keek naar Afrika met grote ogen en had soms schrik, ik heb dikwijls voor je moeten zorgen. Dat is ook mijn taak hier zo ver van huis. Maar jij hebt ook voor mij gezorgd. Gelukkig ben je geïnteresseerd in zowel technische zaken als groepspsychologie, echt waar maatje, zonder jou had ik me maar half zo goed gered.
Ik liet gisteren de groep met Samson in Bobo Dioulasso om je op het vliegtuig te zetten in Ouagadougou. Nu Dirk thuis blijft bij zijn zieke vader en Andrej nog aan het bekomen is van de operatie aan zijn wijsheidstanden, heb ik ons reisprogramma een beetje aangepast. Het deed pijn deze nacht van 4 op 5 februari, normaal had ik jou uitgewuifd, maar zou ik een uur later eindelijk mijn Dirk hebben kunnen vastpakken, het mocht niet zo zijn. Maar het was een plezier je laatste dag samen alleen met jou te kunnen doorbrengen, niet helemaal zonder discussies, maar wat wil je, zo gaat dat nu eenmaal tussen broer en zus!

Veel extra foto's van jou heb ik niet meer kunnen vinden, je stond altijd al het dichtste bij m'n lens.



toch ééntje: wachtend op de bus van Bobo naar Ouaga

Nu zit ik alleen in Ouaga, zonder echtgenoot, zonder grote broer. Maar je hebt intussen al begrepen dat ik het ook gerust zonder kan stellen. Even alleen zijn doet deugd...
Maar zoals ik je gisteren voorspelde heeft Alpha, de artiest die je hielp met je bagage, zich al lang over mij ontfermd. Ik hoef het niet toe te laten, maar je weet ook dat ik altijd blij ben iemand aan mij iets te laten verdienen. Ik heb er ook nu weer een goed gevoel bij en kan het trouwens ook niet laten: vertrek straks naar Kayo en Gorom Gorom, een stukje de Burkinese Sahel in. Ik heb er geen behoefte aan hier een paar dagen uit te rusten.
Paul, Agnes, Jan, Solange en Samson komen donderdag naar hier, Andrej landt vrijdag.
Allen zullen we veel verhalen hebben om met elkaar uit te wisselen... en verschillende foto's.
Peterke, bedankt dat je erbij was!

Tine

zaterdag 2 februari 2008

Djenné - pays de Dogon - Ségou ...






Zwetend en puffend in een internetcafé in Ségou.

De voorbije dagen zijn we langs Djenné en de Dogon 'gecrossed', een beetje spijtig want heel mooi en interessant, maar we hebben een extra ingelast: het muziekfestival van Ségou. Afrikaanse kunst en cultuur aan de oevers van de Niger. Vergelijk de sfeer met die van het Sfinxfestival in Boechout, maar de Afrikaanse achtergrond is ècht. Afgezien van de paar bussen toeristen die er gedropd worden en binnen mogen voor het tiendubbele van de prijs zijn er enkel Malinezen. Onze gidsen van de voorbije dagen krijgen van mij een ingangskaartje en kunnen op zoek naar nieuwe klanten. De 50 anderen die me vragen hun ticket te betalen krijgen een njet.
Dat is de spijtige realiteit: als je mondig genoeg bent om met toeristen om te gaan kan je hier misschien nog iets opbouwen, andere jobs zijn er bijna niet, er zijn geen fabrieken, er wordt niets geproduceerd: net zoals in andere Afrikaanse steden overleven de meeste mensen in Ségou van detailverkoop (voedingswaren, Afrikaanse kleren en steeds vaker ... goedkope Chinese spullen, plastiek plastiek!!!, de Chinezen maken van de wereld één grote vuilbak!)
Sommige mensen maken meubelen of staan in een metaalatelier. Op het platteland is iedereen boer.
De jongeren van wie de ouders het kunnen betalen studeren tot hun 30ste en worden dan politie-agent of onderwijzer. Of het lukt ook wel eens om de ultieme droom te verwezenlijken: Amerika of Europa. Om het werk te doen waar men bij ons geen volk meer voor vindt. Knelpuntberoepen noemen we dat bij de VDAB.
Op deze reis kwam ik in de ex-leefwereld terecht van vele van mijn cursisten: hooggeschoolde Afrikanen die hun lamme leven in Afrika beu zijn en geld willen verdienen en bij ons een job komen doen ver beneden hun niveau, en anderzijds laaggeschoolde Rifbewoners uit Marokko, die er terugkeren om hun partner te zoeken en die ook naar België te brengen. Ook soms Zwart-Afrikanen die niet kunnen lezen of schrijven: het zijn de echte durvers of een blanke vrouw of man werd op hen verliefd.
Voeg bij die categorieën nog een hooggeschoolde Oostblokker en twee laaggeschoolde Anatolische Turken en je hebt de samenstelling van een gemiddelde klasgroep waar ik les aan geef. Ze werken voor een stellingbouwfirma, in het slachthuis, een chemische fabriek in de haven, voor een poetsbedrijf. Of ze plukken tomaten. Ze willen zich integreren en leren Nederlands, krijgen de kans van hun baas. Voor 95% lieve en enthousiaste mensen. Ze wonen en leven pover, maar hopen dat hun kinderen het beter zullen krijgen. De kinderen zorgen echter voor veel problemen en de ouders missen het land waar ze geboren zijn.

Sorry sorry, nog wat foto's:








levendig Djenné





de binnenplaats bij Baba
(zie de beschrijvingen in 'Het Zandkasteel' van Ron van der Lee, een must voor wie het gevoel van een echte Afrika-reiziger wil doorgronden, wie het wil beleven moet zelf komen natuurlijk)



bij de 'case de palabre', bij tè hevige discussies stoot je onvermijdelijk je hoofd en val je terug op 'je' plaats.



Peter deelt kolanoten uit aan de oude mannen van het dorp, daardoor toon je respect en bied je tegelijkertijd de kans aan de oudeling om een beetje high te worden.







lange, hete wandeltochten in de Dogon



chauffeur op rust



een 'volgelingetje'







oude Dogonwoningen, gebouwd tegen de rotsen in Teli. Een vleugje geschiedenis, maar de Dogon hebben nog veel van hun oude gebruiken. Dankzij duurzaam toerisme kunnen wij er iets over leren zonder dat ze hun cultuur verliezen.



kinderen putten water, voor één keer krijgen ze hulp



We slapen in Ende-Toro, in eenvoudige, maar mooie kamers of op het dak.



de aanleg van een nieuwe moestuin (met geld verdiend aan de toeristen)







de volgende dag moeten we over de plateaurug. Gelukkig brandt de zon niet te fel.
De oude man die we al lachend vergeleken met onze 'nordic walkers' klopte even later met zijn stok een giftige slang dood voor onze voeten.

nu nog even naar het festival... Tot in Ouagadougou!!!